Vlottende activa
Voorraden
Overzicht voorraden
De in de balans opgenomen voorraden worden uitgesplitst naar de volgende categorieën:
bedragen x € 1.000 | tableCell16 | tableCell21 | ||||
31-12-2021 | 31-12-2022 | |||||
Grond- en hulpstoffen | 14 | 14 | ||||
Onderhanden werk, waaronder bouwgronden in exploitatie | 73.404 | 41.376 | ||||
- bouwgronden in exploitatie | 76.419 | 44.842 | ||||
- voorziening verliesgevende exploitatie | -4.489 | -4.974 | ||||
- overig | 1.473 | 1.508 | ||||
Gereed product en handelsgoederen | 3.191 | 2.339 | ||||
Voorraden | B31 | 76.608 | 43.729 |
---|
Toelichting onderhanden werk, waaronder bouwgronden in exploitatie
De balanspost ‘Onderhanden werk’ heeft per ultimo 2022 een saldo van € 41,4 miljoen. Binnen deze post zijn onder andere begrepen de in exploitatie genomen gronden. De boekwaarde hiervan bedroeg ultimo 2021 € 76,4 miljoen. Deze balanspost betreft de grondexploitaties waarbij de gemeente de in bezit zijnde grond en (eventueel) aanwezige opstallen omvormt naar bouwrijpe grond, met als oogmerk (opnieuw) te worden bebouwd. Ultimo 2022 was de boekwaarde van deze grondexploitaties € 44,8 miljoen (dit vóór aftrek van voorziening verliesgevende planexploitaties) en is met € 31,6 miljoen afgenomen. Dit is onder andere veroorzaakt doordat voor diverse projecten eerder gemaakte kosten (grondaankoop, kosten voorbereiding en bouw- en woonrijp maken van de grond) zijn goedgemaakt door het realiseren van opbrengsten door verkoop van deze bouw- en woonrijp gemaakte kavels en overige grondverkopen.
Ook dit jaar zijn de prospecties van de grondexploitaties herijkt. We zien dat de kosten- en opbrengstenstijgingen voor de komende jaren lastig zijn in te schatten omdat deze afhankelijk zijn van vele factoren die momenteel onzeker zijn. Gebaseerd op de Outlook Grondexploitaties 2023 van adviesbureau Metafoor hebben we een zo reëel mogelijk inschatting gemaakt van de kosten- en opbrengstenstijgingen en deze verwerkt in het MPG 2023. In de Outlook Grondexploitaties 2023 wordt voor de komende jaren echter gewerkt met bandbreedtes voor de kosten- en opbrengstenstijgingen. We hebben de onder- en bovenkant van de bandbreedte vertaald naar een kans- en een risicoscenario.
Scenario kans | Reële verwachting MPG 2023 | Scenario Risico | |||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2023 | 2024 | 2025 | 2026 e.v | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 e.v | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 e.v | ||||
Kosten | |||||||||||||||
Apparaatskosten | 4% | 3% | 3% | 2% | 6% | 4% | 4% | 2% | 8% | 5% | 5% | 2% | |||
Civiele werken | 4% | 3% | 3% | 2% | 6% | 4% | 4% | 2% | 8% | 5% | 5% | 2% | |||
Opbrengsten | |||||||||||||||
Wonen | 3% | 2% | 2% | 2% | 1% | 0% | 0% | 2% | -1% | -2% | -2% | 2% | |||
Bedrijven | 0% | 0% | 0% | 0% | 0% | 0% | 0% | 0% | 0% | 0% | 0% | 0% | |||
Kantoren | 1% | 2% | 2% | 2% | 0% | 1% | 1% | 2% | -1% | 0% | 0% | 2% | |||
Winkels | 0% | 2% | 2% | 2% | -1% | 1% | 1% | 2% | -2% | 0% | 0% | 2% | |||
Exploitatiebijdrage | 4% | 3% | 3% | 2% | 6% | 4% | 4% | 2% | 8% | 5% | 5% | 2% |
Op basis van de reële verwachting zoals verwerkt in het MPG is de verwachte eindwaarde van de bouwgronden in exploitatie circa € 32,6 miljoen en de verwachte netto contante waarde circa € 29,2 miljoen. In de prospecties (toekomstige opbrengsten) zijn een aantal verliesgevende exploitaties naar voren gekomen. Hiervoor is een voorziening gevormd. De voorziening verliesgevende grondexploitaties (stand per 31-12-2022 € 5,0 miljoen) wordt in mindering gebracht op de boekwaarde. De voorziening is contant gemaakt met de wettelijk voorgeschreven disconteringsvoet van 2%. De voorziening zal in de komende jaren jaarlijks minimaal met de rentecomponent verhoogd worden om aan het einde van de looptijd het verwachte verlies te kunnen afdekken.
Bedragen * € 1.000
Verloop- | 1-1-2022 | Vermeer- | Vermind- | 31-12-2022 | Geraamde | Geraamde | Verwacht | NCW |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Bouwgronden in exploitatie | 76.419 | 20.909 | 52.486 | 44.842 | 116.303 | 193.723 | -32.577 | -29.201 |
Met een scenarioanalyse is inzichtelijk gemaakt wat de effecten op de nog verwachte resterende resultaten van de grondexploitaties zijn in geval van het kans- en risicoscenario. Dit geeft inzicht in de gevoeligheid van onze grondexploitaties voor het optreden van hogere of lagere kosten- en opbrengstenstijgingen de komende jaren.
Bedragen * € 1.000 | ||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Effect op nog verwacht resterend resultaat MPG 2023 | Scenario kans | Reële verwachting MPG 2023 | Scenario Risico | |||||
Resterend resultaat | Mutatie t.o.v. reële verwachting | Resterend resultaat | Mutatie t.o.v. reële verwachting | Resterend resultaat | ||||
GDC Noord Zuid-Westhoek | 2.009 | 299 | 1.710 | -305 | 1.405 | |||
Tongelresche Akkers | 13 | 9 | 4 | -8 | -4 | |||
Meerhoven | 3.759 | 1.595 | 2.164 | -1.580 | 584 | |||
Blixembosch | 427 | 8 | 419 | -9 | 410 | |||
VDMA | 3.098 | 50 | 3.048 | -50 | 2.998 | |||
Stationsgebied | 6.320 | 1.142 | 5.178 | -1.167 | 4.011 | |||
Emmasingelkwadrant | 10.976 | -64 | 11.040 | 66 | 11.106 | |||
Deken van Somerenstraat | 136 | 4 | 132 | -3 | 129 | |||
Overige projecten | 18.362 | 557 | 17.805 | -544 | 17.261 | |||
Totaal | 45.100 | 3.600 | 41.500 | -3.600 | 37.900 |
Het MPG 2023 geeft inzicht in grondexploitaties en private ontwikkelingen (kostenverhaal). Het verwacht resterend resultaat van deze tezamen bedraagt op basis van de reële verwachting circa € 41,5 miljoen, waarvan circa € 32,6 miljoen uit bouwgronden in exploitatie. Met name in de grondexploitaties Meerhoven en Stationsgebied, waar nog relatief veel kosten moeten worden gemaakt, kan dit een substantieel effect hebben. Het nog verwachte resterende resultaat blijft wel positief, dus het treffen van een voorziening is in deze scenario’s niet noodzakelijk.
De resultaten die uiteindelijk werkelijk worden behaald, worden beïnvloed door vele factoren, waaronder conjunctuur, marktontwikkelingen en overheidsbeleid. Om eventuele risico’s in dit kader te kunnen opvangen is bij de herijking een berekening gemaakt van de benodigde weerstandscapaciteit. Hierbij zijn de specifieke projectrisico’s en marktrisico’s benoemd en gekwantificeerd. Bij de marktrisico’s is daarbij rekening gehouden met mogelijke rentestijging, opbrengstdaling en vertraging. Het totale weerstandsvermogen (zie paragraaf weerstandsvermogen) van de gemeente is voldoende om de ingeschatte benodigde weerstandscapaciteit van
€16,4 miljoen op te kunnen vangen (zie paragraaf grondbeleid voor meer toelichting en de ingerekende scenario's in het weerstandsvermogen).
Tussentijds winstnemen
De totale tussentijdse winstneming uit lopende grondexploitaties bedraagt € 7,1 miljoen. Bij de berekening hiervan hebben we, evenals bij de berekening van de tussentijdse winst bij eerdere jaarrekeningen, de projectrisico’s buiten beschouwing gelaten.
Toelichting gereed product en handelsgoederen
Onder gereed product zijn panden opgenomen die bestemd zijn te verkopen. De boekwaarde van deze panden is conform voorschrift BBV bij de bestemming tot verkoop overgaan van materieel vast actief naar voorraden.
Ultimo 2021 bedroeg de balanspositie afgerond € 3,2 miljoen. Ultimo 2022 is dat afgerond € 2,3 miljoen.
De verlaging van € 0,9 miljoen wordt met name verklaard door:
- Door de verkoop van panden is de balanswaarde gedaald (- € 0,5 miljoen). Het betreffen 4 panden die zijn gedesinvesteerd.
- Herrubriceren van 4 panden (- € 0,3 miljoen). Deze panden zijn overgeheveld naar materiële vaste activa, aangezien de panden in gebruik zijn. Dit betreffen Nieuwe Achtse Heide (Grond) grond, Kanaaldijk-Noord 61.
- Op de panden vindt nog steeds afschrijving plaats (- € 0,1 miljoen).
Als de boekwaarde van de panden wordt afgezet tegen de te verwachten opbrengstwaarde, dan is het niet nodig om al een afwaardering toe te passen.
Verloop- overzicht | Boekwaarde 1-1-2022 | Herrubricering | Investering | Desinvestering (verkoop) | Afschrijving | Boekwaarde 31-12-2022 |
---|---|---|---|---|---|---|
Gereed product en handelsgoederen | 3.191 | -276 | 13 | -490 | -98 | 2.339 |
Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar
Overzicht uitzettingen met een renteypische looptijd korter dan één jaar
De uitzettingen met een looptijd van 1 jaar of minder worden als volgt gespecificeerd:
bedragen x € 1.000 | tableCell16 | tableCell21 | |
31-12-2021 | 31-12-2022 | ||
Vorderingen op openbare lichamen | 49.292 | 57.078 | |
---|---|---|---|
Uitzettingen in 's Rijks schatkist met een rentetypische looptijd korter dan één jaar | 60.514 | 67.093 | |
Rekening-courantverhoudingen met niet-financiële instellingen | 716 | 47 | |
Overige vorderingen | 25.824 | 27.347 | |
Clientdebiteuren | 8.857 | 7.006 | |
Belastingdebiteuren | 2.551 | 8.390 | |
Overige debiteuren | 14.416 | 11.951 | |
Overige uitzettingen | 2 | 2 | |
Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar | B11 | 136.348 | 151.567 |
Toelichting vorderingen op openbare lichamen
De vordering bestaat uit een tweetal grote posten. Dit zijn de vordering op de fiscus inzake het landelijk BTW compensatiefonds van € 49,9 miljoen (toename ten opzichte van 2021 met € 8,1 miljoen) en de vordering op het Rijk inzake de regeling BBZ (Bijstand Besluit Zelfstandigen) van € 3,0 miljoen. Van de overige € 4,3 miljoen heeft
€ 1,7 miljoen betrekking op vooruitbetaalde afvalinzameling 2023 aan gemeenschappelijke regeling Cure.
Toelichting op schatkistbankieren
Op basis van de artikel 7 van de uitvoeringsregeling schatkistbankieren decentrale overheden mogen de middelen op de bankrekeningen gerekend over een kwartaal gemiddeld het drempelbedrag niet te boven gaan. Kasoverschotten op reguliere bankrekeningen moeten boven de norm verplicht worden afgestort naar de schatkist van de Staat. Het drempelbedrag bedraagt €11,0 miljoen voor Eindhoven in 2022. In 2022 is het saldo op de bankrekeningen onder de norm gebleven.
Schatkistbankieren | kw1 | kw2 | kw3 | kw4 |
---|---|---|---|---|
Limiet (norm) | 11,0 | 11,0 | 11,0 | 11,0 |
Gemiddeld saldo op bankrekeningen gedurende het kwartaal | 0,2 | 3,5 | 0,7 | 0,0 |
Toelichting overige vorderingen
Algemeen
Eind 2022 was de stand van de overige vorderingen afgerond € 35,3 miljoen. Dit is opgebouwd uit 3 soorten vorderingen, namelijk cliëntdebiteuren, belastingdebiteuren en overige debiteuren. Inzake deze vorderingen is de inschatting dat niet alle bedragen ontvangen zullen worden. We corrigeren daarom de boekwaarde met een bedrag voor verwachte oninbaarheid (voorziening dubieuze debiteuren) van in totaal afgerond € 7,9 miljoen. Dit resulteert in een balanswaarde van € 27,4 miljoen. Deze voorziening dubieuze debiteuren wordt voor de drie componenten afzonderlijk bepaald. Onderstaand overzicht toont per component de boekwaarde eind 2022, de getroffen voorziening en de balanswaarde per 31-12-2022.
(x € 1.000) | Totaal debiteuren | Voorziening | Te ontvangen | Totaal debiteuren | Voorziening | Te ontvangen |
---|---|---|---|---|---|---|
Cliëntdebiteuren | 16.495 | 7.637 | 8.857 | 13.108 | 6.102 | 7.006 |
Belastingdebiteuren | 3.108 | 557 | 2.551 | 9.041 | 651 | 8.390 |
Overige debiteuren | 16.724 | 2.308 | 14.416 | 13.110 | 1.159 | 11.951 |
Totaal overige vorderingen | 36.326 | 10.503 | 25.824 | 35.259 | 7.912 | 27.347 |
Cliëntdebiteuren
Het saldo van de cliëntdebiteuren is met € 3,4 miljoen gedaald ten opzichte van 2021 en de voorziening is met € 1,5 miljoen afgenomen. De vorderingen op cliëntdebiteuren ontstaan vanuit diverse soorten inkomensregelingen. De belangrijkste oorzaken zijn: terugvorderingen, fraudevorderingen, boetes en geldleningen. Sinds 2020 zijn hier TOZO vorderingen bijgekomen (€ 1,7 miljoen in 2022, een daling van € 0,8 miljoen t.o.v. 2021). Naast de afname van de TOZO debiteuren is het debiteuren saldo afgenomen doordat er minder teruggevorderd is dan in 2021 en er meer is afgeboekt dan in 2021. Dit als gevolg van de omgekeerde toets.
We vormen een voorziening voor deze debiteuren omdat er een risico bestaat op oninbaarheid. Voor de berekening van de voorziening cliëntdebiteuren wordt rekening gehouden met het soort regeling. Elke regeling kenmerkt zich door eigen wet- en regelgeving, wat van invloed is op de berekening van de voorziening cliëntdebiteuren. De systematiek voor het bepalen van het oninbaarheidspercentage is niet gewijzigd t.o.v. 2021. Aan de hand van een gewogen gemiddeld percentage wordt naar aanleiding van de werkelijke stand van zaken in de financiële administratie de waardering en de voorziening van cliëntdebiteuren bepaald.
Belastingdebiteuren
De vorderingen op de belastingdebiteuren zijn opgebouwd uit openstaande belastingaanslagen voor gemeentelijke belastingen. Eind 2022 bedraagt de boekwaarde € 9,0 miljoen. Een toename van afgerond € 5,9 miljoen ten opzichte van eind 2021 die wordt veroorzaakt doordat eind 2022 nog veel aanslagen zijn opgelegd.
Deze aanslagen zijn tijdig opgelegd. Deze toename wordt verklaard door o.a. een relatief grote impact op het aanslag- en invorderingsproces i.v.m. overgang GBA-Belastingen-koppeling. Een ander verklarend aspect is dat een relatief groot aantal niet-woning WOZ-objecten met een hoge WOZ-waarde beschikt (incl. OZB-aanslagenoplegging) zijn. Dit laatste geldt ook voor de 1e kohierrun rioolgebruik belastingjaar 2022 die in december 2022 is uitgegaan.
Op het openstaand saldo is een voorziening voor verwachte oninbaarheid getroffen van € 0,6 miljoen. Voor deze schatting is gebruik gemaakt van de ervaringscijfers uit het verleden (feitelijke oninbaarheid afgezet tegen de oorspronkelijke vorderingen). De voorziening is in 2022 met afgerond € 0,1 miljoen toegenomen. Deze mutatie laat zich verklaren door een inzet op oninbare posten in 2022 (- € 0,4 miljoen) en een aanvullende storting van de voorziening op basis van de beoordeling per jaareinde ( € 0,5 miljoen).
Overige debiteuren
De boekwaarde van de overige debiteuren bedraagt per jaareinde € 13,1 miljoen. Een afname van € 3,6 miljoen ten opzichte van voorgaand jaar. Voor de daling is niet direct een verklaring. De invordering die tijdens corona tijdelijk was geminimaliseerd is wederom is opgestart. Dit heeft mogelijk geleid tot een beter betaalgedrag en daarmee een afname van het openstaande saldo.
Voor het openstaand debiteurensaldo is een voorziening getroffen voor een bedrag van afgerond € 1,2 miljoen. De voorziening voor dubieuze debiteuren is net als voorgaand jaar bepaald o.b.v. de beste schatting. Uitgangspunt is de debiteurenstand per 31-12-2022. De betalingen tot en met 31 januari 2022 zijn in mindering gebracht. Voor het dan nog openstaande deel van de vorderingen is de voorziening bepaald. De gevolgen van corona, energiecrisis en oorlog in oekraïne hebben impact op de liquiditeit en continuïteit van onze debiteuren. Tegelijkertijd is op verschillende onderdelen compensatie beschikbaar en hebben we ook veelal geen direct zicht op de liquiditeit van onze debiteuren. We hebben daarom net als in 2020 en 2021 onze debiteuren in groepen verdeeld naar aard van debiteuren (o.a. horeca, culturele instellingen, sportverenigingen, scholen, welzijnsinstellingen etc.) zodat we een groter gedeelte van de massa specifieker kunnen beoordelen. De voorziening is in 2022 met afgerond € 1,1 miljoen afgenomen met name omdat op basis van het raadsbesluit ontwikkelplan route muziekcluster in 2022 afgerond € 1,0 miljoen huur muziekgebouw is kwijtgescholden t.l.v. de voorziening.
Liquide middelen
Overzicht liquide middelen
Het saldo van de liquide middelen bestaat uit de kas- en banksaldi per 31-12-2022.
bedragen x € 1.000 | tableCell16 | tableCell21 | |
31-12-2021 | 31-12-2022 | ||
Kassaldi | 46 | 52 | |
Banksaldi | 320 | 188 | |
Liquide middelen | B12 | 367 | 239 |
---|
Overlopende activa
Overzicht overlopende activa
De balanspost overlopende activa wordt als volgt onderscheiden:
bedragen x € 1.000 | tableCell16 | tableCell21 | ||||
31-12-2021 | 31-12-2022 | |||||
De van Europese en Nederlandse overheidslichamen nog te ontvangen voorschotbedragen die ontstaan door voorfinanciering op uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel: | ||||||
- Europese overheidslichamen | 115 | 320 | ||||
- het Rijk | 8.440 | 19.304 | ||||
- overige Nederlandse overheidslichamen | 4.831 | 3.324 | ||||
Overige nog te ontvangen bedragen en de vooruitbetaalde bedragen die ten laste van volgende begrotingsjaren komen | 26.177 | 35.648 | ||||
Overige nog te ontvangen bedragen | 20.980 | 32.434 | ||||
Vooruitbetaalde bedragen | 5.197 | 3.214 | ||||
Overlopende activa | B21 | 39.563 | 58.595 |
---|
Toelichting op de van Europese en Nederlandse overheidslichamen nog te ontvangen voorschotbedragen die ontstaan door voorfinanciering op uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel
Onderstaand overzicht geeft een beeld van de nog te ontvangen inkomende geldstromen (subsidies) van projecten die mede gefinancierd worden door Europa, het Rijk en overige Nederland. De te ontvangen bedragen worden jaarlijks, volgens een vastgestelde methodiek, toegerekend naarmate de subsidiabele uitgaven worden gerealiseerd.
bedragen x € 1.000 | Het saldo aan het begin van het begrotingsjaar 2022 | Toevoegingen | Ontvangen bedragen | Het saldo aan het einde van het begrotingsjaar 2022 |
---|---|---|---|---|
Europese overheidslichamen | 115 | 318 | 113 | 320 |
UMOS | 5 | -5 | 0 | 0 |
UNaLab- SCC-02-2016-2017 | 0 | 268 | 0 | 268 |
Citython | 5 | -5 | 0 | 0 |
OPZuid Project VvE Transitiecentrum Brabant | 0 | 23 | 22 | 1 |
EnergyMEASURES | 0 | 27 | 0 | 27 |
Umcase | 0 | 16 | 5 | 11 |
EIT Urban Mobility BP2022 | 0 | 17 | 5 | 12 |
C-Mobile | 78 | 0 | 78 | 0 |
SmartHUBS | 23 | -23 | 0 | 0 |
ProTECT pre financiering Payment DITSS | 4 | 0 | 4 | 0 |
het Rijk | 8.440 | 25.020 | 14.156 | 19.304 |
SISA A16 bekostigingsregeling opvang ontheemden Oekraine | 0 | 22.884 | 6.131 | 16.753 |
SISA B2 Gemeentelijke hulp gedupeerden Toeslagenproblematiek | 525 | 57 | 521 | 62 |
SISA C62 Kwijtschelding gemeentelijke belastingen gedupeerden toeslagenaffaire | 46 | 17 | 0 | 63 |
SISA E3.1 Sanering Verkeerslawaai | 432 | 0 | 0 | 432 |
SISA E3 Sanering Verkeerslawaai (E3.2 in 2021) | 12 | 0 | 0 | 12 |
SISA E3.3 Sanering Verkeerslawaai (E3.4 in 2021) | 91 | 13 | 0 | 103 |
SISA E3.4 Sanering Verkeerslawaai | 0 | 40 | 0 | 40 |
SiSa E53.4 Schone lucht akkoord Micromobility Hubs | 0 | 13 | 0 | 13 |
SISA E53.6 Onderzoek electriche(deel)mobiliteit | 0 | 66 | 60 | 6 |
SISA E83.1 Tijdelijke regeling specifieke uitkering bodemopgaven 2022 | 0 | 91 | 75 | 16 |
SISA G2 Participatiewet gederfde baten kinderopvangtoeslagaffaire | 15 | 58 | 0 | 73 |
SISA G3 BBZ gederfde baten kinderopvangtoeslagaffaire | 15 | 1 | 0 | 16 |
SISA G4 TOZO | 5.221 | 0 | 5.221 | 0 |
SISA G4 TOZO kinderopvangtoeslagenaffaire | 7 | 10 | 0 | 17 |
SISA G12 Kwijtschelden publieke schulden SZW-domein hersteloperatie kinderopvangtoeslagaffaire | 64 | 25 | 0 | 90 |
Samenwerking in regionaal mobiliteitsteam Zuidoost-Brabant 2022 | 0 | 1.161 | 319 | 842 |
REACT ESF 2014-2020 2021EUSF20254 | 63 | 274 | 0 | 337 |
Samenwerking in regionaal mobiliteitsteam Zuidoost-Brabant | 103 | -77 | 0 | 26 |
Wegenstructuur - Rijkswaterstaat/Erica | 1.300 | 0 | 1.300 | 0 |
Subsidie SIM 4 monumenten | 58 | 72 | 29 | 100 |
AMIF subsidie | 482 | 0 | 482 | 0 |
Brabant leert Zuid Oost Brabant | 0 | 126 | 12 | 114 |
Subsidie SIM Catharinakerk | 0 | 190 | 0 | 190 |
Begeleiding ex-gedetineerden | 6 | 0 | 6 | 0 |
Overige Nederlandse overheidslichamen | 4.831 | 3.088 | 4.595 | 3.324 |
SISA A18b Opvang ontheemden Oekraine door veiligheidsregio's | 0 | 1.319 | 0 | 1.319 |
SISA E32b.2 Smartwayz gebiedsgerichte realisatie | 0 | 394 | 262 | 131 |
Urban Sportpark Eindhoven 't Schoot II | 159 | 0 | 159 | 0 |
Dedicated Conference Center A1.3 2e fase | 93 | 26 | 119 | 0 |
Provincie NoordBrab HOV traject | 3.063 | 0 | 3.063 | 0 |
Klimaatbuffers Z61840 | 0 | 68 | 0 | 68 |
Bod B5 Natuurnetwerk Brabant II | 0 | 3 | 0 | 3 |
Ateliers en Makerspaces Brainport Eindhoven Regiodeal | 561 | 336 | 370 | 527 |
Snelfietsroute HTCE - De Run | 274 | 142 | 0 | 416 |
Omscholingsaanpak Brainport Regio | 5 | 0 | 5 | 0 |
SLLE Bijdrage Regionaal Meetnet | 17 | 33 | 40 | 10 |
Services Holland Expat Center South / Brainport | 264 | 43 | 0 | 308 |
Nationaal Zwemcentrum de Tongelreep | 99 | 308 | 0 | 407 |
Urban Sportpark Eindhoven 't Schoot | 34 | 0 | 34 | 0 |
Eindhoven Airport District | 0 | 114 | 45 | 69 |
Landschap van Allure | 258 | 0 | 258 | 0 |
Van verwarring naar verbinding in Oost Brabant | 5 | 42 | 47 | 0 |
B20.91 Kunstroute-netwerk RegioDeal | 0 | 40 | 17 | 23 |
Sluipverkeerwerende maatregelen binnenring Eindhoven | 0 | 220 | 176 | 44 |
Toelichting overige nog te ontvangen bedragen en vooruitbetaalde bedragen ten laste van volgende begrotingsjaren
Overige nog te ontvangen bedragen
Overeenkomstig het BBV zijn de vorderingen inzake faciliterend grondbeleid onder de overige nog te ontvangen bedragen opgenomen en zijn deze uitgesplitst in verhaalbare (€ 4,3 miljoen) en verrekenbare (€ 1,3 miljoen) kosten. Totaal (€ 5,6 miljoen). Voor het gedeelte wat hiervan op basis van een prognose naar verwachting niet verhaalbaar zal zijn, is een verliesvoorziening gevormd (stand per 31-12-2022 € 3,5 miljoen) en hierop in mindering gebracht. Per saldo bedroeg het aandeel faciliterend grondbeleid afgerond € 2,1 miljoen.
De vorderingen op privaatrechtelijke instanties bedroeg ultimo 2022 € 14,6 miljoen. Dit is een stijging ten opzichte van 2021 ad € 7,1 miljoen die voornamelijk is toe te wijzen aan een nog te ontvangen uitkering gemeentefonds 2022 ad € 12,4 miljoen. Bij de overige vorderingen is een stijging te zien ad € 6,7 miljoen ten opzichte van 2021. Deze stijging is voornamelijk toe te schrijven aan nog te ontvangen toeristenbelasting 2022 ad € 3,5 miljoen en nog te ontvangen bedragen i.v.m. Strijp S ad € 2,1 miljoen.
Vooruitbetaalde bedragen
Het balanssaldo van de vooruitbetaalde bedragen per 31-12-2022 nam met € 2,0 miljoen af ten opzichte van 2021. Deze afname is met name toe te wijzen aan de afloop van een correctie op de balanspresentatie in jaarrekening 2021 (overheveling van negatieve overige schulden van passiva- naar activazijde). Het saldo per ultimo 2022 betreft facturen welke op voorschot worden voldaan en waarvan de lasten betrekking hebben op het boekjaar 2023. De vooruitbetaalde kosten ICT (hardware en software) op basis van doorlopende contracten bedroegen € 1,2 miljoen, de rente op de erfpachtconstructie met PSV bedroeg (€ 0,6 miljoen). Daarnaast hebben de bedragen o.a. betrekking op verzekeringspremies, energievoorschotten en huren.