Paragrafen

3d. Financiering

Deze paragraaf gaat in op het treasurybeleid en het risicobeheer van de financieringsportefeuille. In 2022 voldoen we aan de kasgeldlimiet, renterisiconorm en norm voor schatkistbankieren. De netto-schuldpositie is verder afgenomen. Lagere schuld en geen financieringsvraag in 2022 geven een positief renteresultaat. Het bedrag aan verstrekte leningen en garanties aan derden is wederom gedaald.
De kaders zijn vastgelegd in de wet Financiering Decentrale Overheden (Fido). De belangrijkste doelstelling is het beheersen van de (mogelijk) uit de treasuryfunctie voortvloeiende risico’s. Het wettelijk kader is verder uitgewerkt in het treasurystatuut van de gemeente Eindhoven.

Het kasstroomoverzicht geeft inzicht in de feitelijke geldstromen in 2022. Het rekeningresultaat wordt gecorrigeerd voor resultaatposten die geen kasstroom met zich meebrengen (bijvoorbeeld afschrijvingen) en voor kasstromen die geen resultaatpost zijn (bijvoorbeeld mutaties in voorzieningen). De gemeente werkt vanuit totaalfinanciering: alle gemeentelijke inkomsten en uitgaven worden gesaldeerd voordat de gemeente zich op de geld- of kapitaalmarkt begeeft.

Op basis van de cijfers in de primaire begroting was een liquiditeitenuitstroom van € 123 miljoen voorzien. De realisatie over 2022 laat een kasinstroom zien van € 6,5 miljoen als gevolg van ontvangst van diverse grote specifieke uitkeringen van het Rijk, grondverkopen, en achterblijvende uitgaven.

Kasstroomoverzicht 2022 ( x € 1 miljoen)

Rekeningresultaat

48,1

Correctie voor afschrijvingen en mutaties voorzieningen/reserves

65,7

Aanpassingen voor mutaties in netto werkkapitaal (voorraden)

32,4

Aanpassingen voor mutaties in netto werkkapitaal (overig: crediteuren, debiteuren)

-0,5

Kasstroom operationele activiteiten

145,7

Investeringen in (im)materiele vaste activa

-107,5

Desinvesteringen in (im)materiele vaste activa

0,5

Totaal kasstroom investeringsactiviteiten

-107,0

Aflossing van opgenomen leningen

-33,5

Aflossing van verstrekte leningen

1,3

Kapitaalverstrekking aan deelneming

0

Totaal kasstroom financieringsactiviteiten (benodigde herfinanciering)

-32,2

Financiering ( x € 1 miljoen)

Hoger saldo bankrekeningen en contant geld

6,5

Nieuwe opgenomen langlopende leningen

0

Afname kasgeldleningen

0

Financiering van kasinstroom

6,5

Renteontwikkelingen

2022 is het jaar geworden van een sterke rentestijging. Coronamaatregelen werden begin 2022 steeds verder versoepeld en er was een forse onevenwichtigheid tussen een enorme vraag naar goederen en diensten en het beperkte aanbod in veel delen van de wereld, o.a. vanuit China. Dit leidde tot stijgende grondstofprijzen. Op 24 februari viel Rusland Oekraïne binnen. De al opgelopen gas en olieprijzen stegen door het conflict tot recordhoogtes in augustus. De inflatie schoot omhoog, evenals de lange rentes. Vanaf september verhoogde de Europese Centrale Bank (ECB) de depositorente in drie stappen van 0% naar 2,0%. In 2022 is de 10 jaars marktrente voor gemeenten gestegen van 0,4% naar 3,0%. Uiteindelijk kwam de inflatie over 2022 uit op 10,0% net name als gevolg van hogere prijzen voor energie, voedingsmiddelen en motorbrandstoffen. Zo lang de inflatie niet substantieel daalt zal de ECB ook in 2023 doorgaan met renteverhogingen (status: 2,5% in maart 2023).
Over de afgelopen tien jaar hebben de rentes zich als volgt ontwikkeld:

Kasgeldlimiet en renterisiconorm

De wet FIDO stelt dat de gemeente maximaal 8,5% van het begrotingstotaal (de kasgeldlimiet) met kort geld mag financieren. Als de netto-vlottende schuld, bestaande uit kasgeldleningen en het saldo van de bankrekeningen, de kasgeldlimiet (€ 85 miljoen) drie kwartalen overschrijdt, moeten aanvullende maatregelen worden genomen. In 2021 zijn alle kasgeldleningen afgelost. Het gehele jaar 2022 is het bankrekeningsaldo positief geweest. Vanaf september is de rente op kasgeld na jaren weer positief. Echter omdat geen kasgeld is aangetrokken, is er ook geen rente betaald.

Kasgeldlimiet ( x € 1 miljoen)

kw1

kw2

kw3

kw4

Norm 8,5% van begrotingstotaal

85

85

85

85

Gemiddelde Netto vlottende schuld (x € 1 miljoen)

0

0

0

0

De renterisiconorm uit de wet FIDO regelt dat gemeenten tot een dusdanige opbouw van de leningenportefeuille komen, dat tegenvallers als gevolg van renteaanpassing en herfinanciering in voldoende mate worden beperkt. Het totaal aan aflossingen en renteherziening op leningen mag jaarlijks maximaal 20% van het begrotingstotaal zijn. Voor Eindhoven is dat in 2022 € 200,1 miljoen. Het bruto bedrag aan aflossingen bedroeg € 33,1 miljoen.

Renterisiconorm ( X € 1 miljoen)

2020

2021

2022

Norm 20% van begrotingstotaal

187,3

187,6

200,1

Stand

27,5

16,2

33,1

Ontwikkeling langlopende schuld

De langlopende schuldpositie van de gemeente Eindhoven is in 2022 gedaald van € 357 miljoen naar € 323 miljoen. In 2022 werd voor een bedrag van € 33,5 miljoen aan leningen en waarborgsommen afgelost. Vanwege de ruime liquiditeitspositie was het niet noodzakelijk om nieuwe lange financiering aan te trekken in 2022.

Ontwikkeling opgenomen geldleningen
(x € 1.000)

Restant bedrag per 31-12-2021

Vermeerdering in 2022

Aflossing in 2022

Restant bedrag per 31-12-2022

Eigen financiering

297.408

30.492

266.916

Projectfinanciering zonnepanelen project

8.542

2.563

5.979

Lening t.b.v. aankoop gronden PSV

48.600

48.600

Voor doorlening aan woningbouw

1.499

68

1.431

Waarborgsommen van derden

517

52

392

178

Totaal vaste schuld

356.565

52

33.514

323.103

Verstrekte leningen

Het totaal bedrag aan verstrekte leningen is in 2022 afgenomen met Є 1,3 miljoen tot € 12,6 miljoen.

  • woningbouw: de verstrekte leningenportefeuille bevat nog slechts één lening, die is doorgeleend aan een Eindhovense woningbouwcorporatie. Deze lening à € 1,4 miljoen is afgesloten met zogenaamde WSW-garantie; in geval de tegenpartij in gebreke blijft, kan de gemeente haar lening via het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) terug krijgen.
  • deelnemingen: de lening aan het Muziekgebouw Eindhoven is in 2022 volgens planning afgelost. Er resteert een lening aan Park Strijp CV, waarop in 2022 € 2,583 miljoen is afgelost.
  • overige: er is voor € 2,3 miljoen aan nieuwe leningen verstrekt aan particulieren binnen het zonnepanelenproject Zuidoost-Brabant (totaal € 6,033 miljoen eind 2022). Op reeds lopende leningen binnen dit project en op starters- en duurzaamheidsleningen via SVn is regulier afgelost.

Ontwikkeling verstrekte geldleningen
(x € 1.000)

Restant per
31-12-2021

Mutatie

Restant per
31-12-2022

Lening aan woningbouw

1.499

-68

1.431

Lening aan deelnemingen

4.260

-2.783

1.477

Overige leningen (startersleningen, zonnepanelen, duurzaamheidsleningen, Enexis, ROW, bijstand, waarborgsommen derden, etc.)

8.072

1.579

9.651

Totaal vaste schuld

13.831

-1.272

12.559

Netto schuld

Om de netto schuld te bepalen corrigeren we de opgenomen gelden (lang en kort) met de verstrekte leningen en liquide middelen. Per saldo is de netto schuld in 2022 verder afgenomen met € 38,7 miljoen naar € 243,3 miljoen. De opgenomen gelden zijn € 33,5 miljoen afgenomen door aflossing van langlopende leningen. Er zijn geen kort lopende leningen in 2022. Het saldo liquide middelen (bankrekeningen plus schatkist) is met € 6,5 miljoen toegenomen. Hier tegenover staat een afname van de verstrekte leningen van € 1,3 miljoen. Over de afgelopen jaren heeft de netto-schuld zich als volgt ontwikkeld:

Renteresultaten

De treasury-rol, die wordt ingevuld vanuit de sector Control, kan gezien worden als de interne bank van de gemeente en opereert op de geld- en kapitaalmarkt. De kosten van het eigen vermogen en de rentekosten van de leningen worden via de interne rekenrente doorberekend aan de sectoren met investeringen in economisch nut of grond. De commissie BBV heeft in 2016 de methode van berekening van de interne rente en de rente grondbedrijf voorgeschreven. Voor de berekening van de interne rente worden de rentekosten omgeslagen over de activa die integraal zijn gefinancierd. De interne rente en de rente op reserves en voorzieningen zijn bij de begroting 2022 vastgesteld op 1,0%. De, op basis van dit percentage, doorbelaste rentelasten mogen in de realisatie niet meer dan 25% afwijken van de werkelijke netto (externe) rentelasten: het zogenaamde renteresultaat. Het gerealiseerde renteresultaat op het taakveld treasury valt in 2022 binnen de bandbreedte die in de BBV notitie is gedefinieerd. Het rentepercentage voor het grondbedrijf is bij de gewijzigde begroting vastgesteld op 1,1%. Dit percentage is ook gehanteerd in de realisatie.

Onderstaand schema geeft inzicht in de netto rentelasten, de wijze waarop rente aan grondexploitaties, projectfinanciering aan specifieke taakvelden en omslagrente aan investeringen wordt toegerekend en het renteresultaat op het taakveld treasury.
Het gerealiseerde renteresultaat is € 0,6 miljoen positief. De voordelige afwijking ten opzichte van gewijzigde begroting is met name het gevolg van lagere externe rentelasten door minder investeringen in de afgelopen jaren. Ook in 2022 was het niet noodzakelijk om lange financiering aan te trekken. Daarnaast is vanaf september weer rente ontvangen op het bankrekeningsaldo bij de schatkist. Sinds september is de rente weer positief als gevolg van de verhogingen van de depositorente door de ECB.

Schema rentetoerekening
(x € 1 miljoen)

Primaire
begroting

Gewijzigde
begroting

Realisatie

Saldo externe rente lasten en baten

9,0

9,5

5,8

Rente over eigen vermogen en voorzieningen

3,3

3,9

3,9

Totale netto rentekosten op taakveld treasury

12,2

13,4

9,7

Doorbelaste rente naar grondexploitaties en projectfinanciering

-2,9

-3,5

-3,5

Doorbelaste rente naar activa via renteomslag

-7,4

-6,9

-6,9

Renteresultaat op taakveld treasury

2,0

3,1

-0,6

Verstrekte garanties

Per eind 2022 is voor een bedrag van € 10,1 miljoen aan leningen direct gegarandeerd door de gemeente aan instellingen, die actief zijn op het gebied van gezondheidszorg, welzijn, sport en cultuur. De garanties zijn deels verstrekt met hypothecaire zekerheid. Het college van B&W is terughoudend in het verstrekken van nieuwe garanties of leningen. In geval van materiële bedragen wordt vooraf advies ingewonnen van de raad.
Er zijn geen nieuwe garanties verstrekt in 2022. In 2016 is besloten om een garantie te verstrekken voor de gebiedsontwikkeling Mariënhage (€ 2,5 miljoen), waarvoor ook de provincie Noord-Brabant en het Nationaal restauratiefonds leningen verstrekken. De gronden en gebouwen zijn geleverd aan DomusDELA Vastgoed B.V. en de herontwikkeling is gereed. De overeenkomst voor de garantie wordt in 2023 geformaliseerd. Per saldo is het bedrag aan verstrekte garanties afgenomen in 2022 met € 0,6 miljoen als gevolg van reguliere aflossingen door geldnemers.

Op de uitstaande leningen en garanties loopt de gemeente risico. Daarom brengen we over (een deel van) de lopende leningen en garanties jaarlijks een risicopremie in rekening bij de geldnemers. Met deze premies voeden we de reserve algemene risico’s garanties en geldleningen. Als de gemeente wordt aangesproken op haar garantie, of een lening niet wordt afgelost, komt dit verlies ten laste van deze reserve. In 2022 zijn er geen bedragen ten laste van de reserve gebracht. Jaarlijks bepalen we de minimale hoogte van de reserve aan de hand van de financiële positie van de geldnemers (solvabiliteit) en de (hypothecaire) zekerheden. Uit deze analyse bleek dat een reserve van € 2,59 miljoen eind 2022 passend is voor het afdekken van de risico’s. Een bedrag van € 0,75 miljoen is vrijgevallen in de algemene middelen.

Woningbouwcorporaties kunnen voor de financiering van hun investeringen leningen aantrekken met borging van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw. Rijk en gemeenten staan samen garant voor het WSW via de achtervangpositie. Indien het garantievermogen van het WSW te laag is (bijvoorbeeld doordat corporaties in andere steden een beroep op het WSW doen) moeten alle deelnemende gemeenten en het rijk aan het WSW renteloze leningen verstrekken. Eindhoven neemt eind 2022 voor een bedrag van € 1,55 miljard de achtervangpositie in. Momenteel zijn er geen signalen dat deze achtervangpositie wordt aangesproken.

Gewaarborgde geldleningen
(bedragen x € 1 miljoen)

31-12-2021

Mutatie

31-12-2022

Garanties aan derden

8,2

-0,6

7,6

Garanties incl. best. toezeggingen voor Mariënhage

10,7

-0,6

10,1

Schatkistbankieren

Eind 2013 is verplicht schatkistbankieren voor decentrale overheden ingevoerd. Nieuwe beleggingen zijn niet meer toegestaan. Kasoverschotten op reguliere bankrekeningen moeten boven de norm (€ 11 miljoen voor Eindhoven) verplicht worden afgestort naar de schatkist van de Staat. Eindhoven heeft geen structurele tegoeden, maar het afgelopen jaar was er het hele jaar sprake van een liquiditeitsoverschot. Vanwege gunstigere rentecondities dan op reguliere betaalrekeningen, zijn alle tegoeden dagelijks afgestort. Daardoor is in 2022 het saldo op de bankrekeningen ruim onder de norm van € 11,0 miljoen gebleven.

Schatkistbankieren

kw1

kw2

kw3

kw4

Limiet (norm)

11,0

11,0

11,0

11,0

Gemiddeld saldo op bankrekeningen gedurende het kwartaal

0,2

3,5

0,7

0,0

Deze pagina is gebouwd op 07/07/2023 17:25:59 met de export van 07/07/2023 17:18:01